05 januari 2010

Lawrence Arabia - Chant Darling

Als jongetje van een jaar of 10 ging ik op mijn verjaardag naar de film Lawrence Of Arabia. Waar het precies over ging weet ik al lang niet meer, maar ik weet nog wel dat de lange film over de Britse archeoloog, schrijver en militair een diepe indruk op me wist te maken. Op zoek naar wat meer informatie over de cd Chant Darling van Lawrence Arabia, kom ik op het Internet vooral pagina’s over de uit een inmiddels ver verleden stammende film terecht; een verleden waar de muziek van Lawrence Arabia overigens regelmatig aan raakt. Lawrence Arabia is het alter ego van de uit Nieuw Zeeland afkomstige maar inmiddels in Londen woonachtige muzikant James Milne. Milne maakte de afgelopen jaren naam als lid van onder andere The Ruby Suns en The Brunettes, maar ook in zijn uppie maakt hij muziek die er absoluut toe doet. Chant Darling laat zich het best beschrijven als een aangename en toegankelijke plaat vol tijdloze popmuziek. Milne laat zich hoorbaar beïnvloeden door het werk van The Beach Boys en vooral The Beatles, maar zijn muziek heeft ook het ongrijpbare van Jonathan Richman, het dromerige van de psychedelica uit de jaren 60 en het vleugje folk en Americana dat de laatste jaren zo in trek is. Chant Darling is een plaat die het uitstekend doet wanneer je hem op de achtergrond draait, maar ook wanneer je eens echt voor deze plaat gaat zitten, valt er heel veel te genieten. James Milne toont zich op zijn tweede soloplaat een buitengewoon vaardig songwriter, die de kunst met name bij Paul McCartney heeft afgekeken, maar ook goed heeft geluisterd naar George Harrison en Brian Wilson. Ondanks de hang naar het verleden, is Chant Darling een fris klinkende plaat met aangename, maar nu en dan ook lekker eigenwijze popsongs die afwisselend leunen op een been in het verleden en een been in het heden. Of Lawrence Arabia net zo beroemd gaat worden als zijn bijna naamgenoot durf ik te betwijfelen, maar dat Chant Darling een aangename en veelbelovende start van het muziekjaar 2010 is valt wat mij betreft niet te ontkennen. Erwin Zijleman