28 februari 2011

Tennis - Cape Dory

Het eerste dat opvalt aan Cape Dory van Tennis is het artwork. Het doet wel wat denken aan het artwork waarmee Roxy Music in de jaren 70 met enige regelmaat opzien baarde, al hadden Bryan Ferry c.s. het artwork waarmee Tennis op de proppen komt zeer waarschijnlijk naar de prullenbak verwezen vanwege de lage kwaliteit. Na het artwork komt het inmiddels zwaar gehypte verhaal dat het debuut van Tennis begeleidt. De twee leden van Tennis, Patrick Riley en Alaina Moore, brachten 7 maanden door in een zeilboot (de Cape Dory) zonder muziek of andere invloeden van buitenaf om hier inspiratie op te doen voor een geheel eigen geluid. Het is een geluid dat naar eigen zeggen 50s surfpop combineert met lo-fi. Dat klinkt op het eerste gehoor misschien redelijk obscuur of nieuw, maar de muziek van Tennis zal direct bekend in de oren klinken, zonder dat je goed kunt aangeven waar het nu precies op lijkt. Beach House, Phil Spector girlpop, Best Coast, Blondie, The Raveonettes en de Dum Dum Girls zijn het meest genoemde vergelijkingsmateriaal. Daar is in alle gevallen iets voor te zeggen, maar er valt minstens net zoveel op af te dingen. Het gerenommeerde Pitchfork heeft Tennis inmiddels omarmd en al bij voorbaat uitgeroepen tot een van de sensaties van 2011. Natuurlijk is dat zwaar overdreven, maar dat neemt niet weg dat Tennis een debuut heeft afgeleverd dat voor heel veel luisterplezier zal gaan zorgen. Cape Dory ramt er in nog geen half uur 10 aanstekelijke popliedjes doorheen. Het zijn popliedjes met gruizige gitaren, onschuldige meisjesvocalen, heerlijke koortjes en heel veel zonnestralen. Het zijn stuk voor stuk popliedjes die je na één keer horen mee kunt zingen en waarvan je alleen maar heel vrolijk kunt worden. De tien popliedjes op Cape Dory zijn zeker niet allemaal even sterk, maar er zitten een paar pareltjes tussen, terwijl de rest aanstekelijk genoeg is om ze lekker op te laten staan. In eerste instantie was ik overigens sceptisch. Een plaat als Cape Dory had ik eerder en beter gehoord, was in muzikaal en vocaal opzicht flinterdun en vervloog zo snel dat je de plaat al weer vergeten bent voor hij is afgelopen. Als dit allemaal waar is (en dat is het volgens mij) moet de plaat haast wel over duistere krachten beschikken, want als Cape Dory eenmaal in je hoofd zit komt de plaat er echt niet meer uit. Het half uur dat het debuut van Tennis uit de speakers knalt is de wereld er even een zonder ellende en problemen en is het zomer, zomer en nog eens zomer. Over een jaar zijn we deze plaat vast en zeker vergeten, maar voorlopig voorziet het debuut van Tennis in de zonnestralen die we veel te lang moeten ontberen. Is dat genoeg om deze plaat te omarmen? Ja ... voorlopig wel. Erwin Zijleman